Geschreven door Harmke van der werf:
geen golf te hoog
‘Bommetje!’ De uitgelaten kinderstemmen klinken over het water. Ze hoort het, maar geconcentreerd luistert ze naar de andere geluiden. De wind, water dat over de rand gaat en dichterbij komende voetstappen. Dan voelt ze een hand haar bovenarm stevig vastpakken. Met haar aandacht gaat ze naar de hand die haar meevoert. Als ze losgelaten wordt, beweegt ze met haar vingers voor zich. Ze tast in het duister, maar voelt dat ze goed staat. De zon verwarmt haar huid, druppels spatten op en een glimlach breekt door op haar gezicht. Gefocust wacht ze op de stem die elk moment kan komen. De stem die zegt dat ze mag. Ze springt, ze zweeft, ze zwemt.
Wat zie jij eigenlijk? Kun jij mij vertellen wat er op die kerkklok in het dorp verderop staat?
Liesette Bruinsma, twintig jaar jong, staat eind augustus al voor de tweede keer op de Paralympische Spelen. Vijf jaar geleden was Liesette met twee gouden, twee bronzen en een zilveren medaille de meest succesvolle paralympische speelster. Waar topsporters meestal kiezen voor specialisatie, is Liesette een echte allrounder. 100 meter, 200 meter, 400 meter, borstcrawl, schoolslag, wisselslag, Liesette kan het allemaal. ‘Alleen de rugslag vindt ze wat moeilijker.’ nuanceert vader Germ nuchter.
De Friese Germ en Gonnie Bruinsma vertellen aan de vooravond van de Olympische Spelen over de weg die hun jongste dochter tot nu toe afgelegd heeft. Liesette is de jongste uit het gezin, die verder bestaat uit Cornelis en Anneke die begin augustus 29 en 27 jaar worden en Johannes van 23 jaar oud. Johannes schuift na zijn lange werkdag ook aan en geeft zo een completer beeld van het pad naar goud.
Want een beeld of juist het ontbreken ervan, zorgt ervoor dat Liesette meedoet aan de Paralympische spelen. Stelt u zich eens voor met de ogen dicht zwemmen, niet wetend waar het keerpunt zich bevindt. En dan ook nog het snelst zwemmen van de hele wereld? Als ik Johannes Bruinsma vraag wat hij, met 40% zichtvermogen, kan zien, lacht hij en draait de vraag meteen om: ‘Wat zie jij eigenlijk? Kun jij mij vertellen wat er op die kerkklok in het dorp verderop staat?’ Johannes probeert met de vraag het perspectief duidelijk te maken. Vanaf een bepaald zichtveld kunnen we ook niet meer scherp zien en daar hebben we geen moeite mee. Voor Johannes is dat punt alleen wat dichterbij dan dat van ons.
Draaiende ogen
In huize Bruinsma in Wommels is de visuele handicap van de jongste twee kinderen uit het gezin normaal. In huis zijn er geen hulpmiddelen te zien en als er gevraagd wordt naar hoe het is, komen er vooral grappige anekdotes op tafel. ‘Volgens mij zijn wij er altijd positief mee omgegaan,’ zegt Gonnie.
Drieëntwintig jaar geleden hadden Germ en Gonnie niet door wat er precies met hun baby aan de hand was. De kleine Johannes draaide heel erg met zijn ogen, ‘Nystagmus heet dat, dat schijnen meer baby’s te hebben. Dat gaat weer over,’ legt Germ uit. Maar na drie maanden stuurden ze Johannes door naar het ziekenhuis, daar kreeg hij lenzen in zijn ogen. Dat hun kleine jongen op zo’n jonge leeftijd al zo’n ingreep meemaakte, daar keken zijn ouders niet van op. Gonnie: ‘De moeder van Germ heeft ook een forse oogafwijking, maar het was bij ons nog niet bekend dat het wat anders was.’
Ze belandden in Groningen bij een professor die een prograssieve oogafwijking constateerde. Liesette haar zicht was bij de geboorte 15%, nu ziet ze niks meer, Johannes zag 50% en nu is dat 40%.
Als het vandaag goed is, zorg er dan voor dat dat morgen ook kan.
Dit kwam een aantal jaren later pas aan het licht. Een nichtje draaide ook met haar ogen, maar pas toen Liesette dat ook deed, werd er actie ondernomen. Ze belandden in Groningen bij een professor die een progressieve oogafwijking constateerde. Liesette haar zicht was bij de geboorte 15%, nu ziet ze niks meer, Johannes zag 50% en nu is dat 40%. ‘Dan krijg je wel even een klap,’ zegt Germ op nuchtere toon, ‘ in de westerse maatschappij hebben we de route van onze baby al bijna uitgestippeld: van de kleuterschool tot een goede baan. Maar eigenlijk,’ luidt Germ zijn belangrijke levensles in, ‘besef je dan dat het niet moeilijker is dan als het vandaag goed is, zorg dan dat het morgen ook kan. Dat is eigenlijk de instelling die we aangenomen hebben.’
Johannes en Liesette volgden hun broer en zus naar de reguliere scholen en sporten in Wommels, een dorp in het midden van Friesland. Sporten is voor de familie vooral een gezellige bezigheid. Maar Liesette is daar een uitzondering in, ze is fanatiek en wil beter en beter worden. Na zwembad De Klomp meldde Liesette zich aan bij de zwemclub in Bolsward. Daar was ze bij wedstrijden de enige blinde zwemster en werd geattendeerd op het Parazwemmen. ‘Op in gegeven moment werd ze gekeurd en toen voldeed ze al aan limieten voor de Nederlandse kampioenschappen. Voordat we wisten dat ze goed was, was ze eigenlijk al goed.’ beschrijft Gonnie de vliegende start van Liesette: ‘Het overkwam haar eigenlijk.’
Liesette werd gekeurd om te bepalen in welke categorie voor visuele gehandicapten ze hoorde. Ze begon in S13 en zit nu in S11, de klasse voor mensen die blind zijn. Liesette ging van de zwemclub in Bolsward naar Heerenveen. Dit betekende vroege ritjes voor zowel Liesette als haar vader. Germ nam zijn laptop mee en begon ’s ochtends heel vroeg aan zijn werk. Moeite had hij daar niet mee: ‘Zij wil wat bereiken dus dan vullen we het in.’ Het ‘bereiken’, gebeurde al snel. De medailles voor Liesette waren niet aan te slepen en ze werd geselecteerd voor de nationale talentenselectie. Deze selectie traint echter in Amersfoort.
Zij wil wat bereiken dus dan vullen we het in.’ Het ‘bereiken’, gebeurde al snel. De medailles voor Liesette waren niet aan te slepen en ze werd geselecteerd voor de nationale talentenselectie.
Ondanks dat ze blind is, stoot ze zich minder dan anderen.
Dat Germ en Gonnie hun kinderen zelfstandig opvoeden blijkt wel uit het feit dat Liesette, als dertienjarig meisje, alleen met de trein naar Amersfoort gaat! ‘Jij wilt dat, dus ga maar,’ zei Gonnie tegen haar jongste dochter. Visuele beperking of niet, ze hebben vertrouwen in Liesette en durven haar los te laten. ‘We hebben vier kinderen en de één laat je makkelijker los dan de andere,’ zegt Germ, ‘er zijn mensen die stoten zich altijd, dat is vervelend, maar hoort bij het opgroeien. Ondanks dat Liesette blind is, stoot zij zich minder dan anderen.
Liesette verliet de Bogerman in Wommels om het vwo af te ronden op de Topsport Talentschool in Heerenveen. Hier krijgt ze individueel les. Zo heeft Liesette meer tijd voor haar trainingen en wedstrijden. Ze wordt meerdere keren Europees-, paralympisch – en wereldkampioen. De successen inspireren ook broer Johannes. Tussen neus en lippen door vertelt Johannes over zijn sportieve prestaties. In 2019 werd hij bij een talentendag gescout voor het para judoën. Parijs 2024 is het doel, maar de coronaperikelen maken het erg lastig. De eerste lockdown traint Johannes volop met Liesette, maar als de deuren voor de tweede keer sluiten kan Johannes de motivatie moeilijk oppakken. Maar wie weet zijn er in Parijs wel twee Bruinsma’s actief! Want Germ roemt het doorzettingsvermogen van al zijn vier kinderen: ‘Als we iets willen, dan gaan we er ook voor. Tegenslagen komen we weleens tegen, maar dan draaien we ons om en denken, het komt wel weer goed.
Kin net, kinne we net.
Met humor en optimisme is er voor de familie Bruinsma geen golf te hoog om er doorheen te zwemmen. ‘En kin net, kinne we net.’ Het is Fries voor: ‘Kan niet, kennen we niet.’ Het zijn de twee quotes van Liesette die haar en haar familie typeren. Germ en Gonnie zijn trots op hun kinderen, waar ze het meest trots op zijn? ‘Dat ze haar zelf kan redden en ons en anderen inspireren.’
Johannes reageert daar meteen op. Tijdens een wintersportvakantie bemerkte hij een groot verschil op tussen andere visuele gehandicapten. Germ en Gonnie kauwen hun kinderen niks voor en geven het vertrouwen: ‘Zij denken niet, mijn kind is gehandicapt dus kan niks.’ Vertrouwen, doorzettingsvermogen en optimisme kregen de Bruinsma’s van hun ouders mee: ‘Mijn ouders waren daar heel duidelijk in: je probeert het eerst zelf, mocht het niet lukken dan zijn wij er!
Ze gaat staan, slaat op haar bovenbenen. Eén keer springt ze omhoog. Dan voelt ze een hand haar bovenarm stevig vastpakken. Meteen stopt ze met springen en laat haar meevoeren. Als ze losgelaten wordt, tast ze met haar vingers naar voren. Voelt de natte, ribbelige plek en weet dat ze goed staat. Na het scherpe fluitsignaal gaat ze klaar staan. Rechtervoet tussen haar handen, linkervoet naar achter. Na de starttoon duikt ze naar voren. Kort zweeft ze, voor de lucht plaatsmaakt voor het Braziliaanse water. Gecontroleerd en gefocust borstcrawlt ze of haar leven ervan afhangt. Een balletje op haar schouder geeft aan dat ze nog twee slagen kan maken voor ze keert. Het publiek ziet het gebeuren, zij niet. Haar in oranje gedoste ouders houden het spandoek al omhoog. Vijf minuten, 15 seconden en acht honderdste lang baant ze zich een weg tussen de lijnen, recht op haar doel af. Goud!
Dit verhaal is geschreven door Harmke van der Werf en ook uitgebracht door Op ‘e Skille.
Wil je weten hoe YAAP sporters als Liesette kan begeleiden?
Inschrijven
nieuwsbrief
Blijf op de hoogte van de nieuwste blogs van YAAP en schrijf je in voor de nieuwsbrief