Geschreven door: Tim Koning en Susie Cats

het verhaal van
jan van halst

‘Het zit in het DNA van een topsporter om overal een uitdaging in te zien en jezelf constant te willen blijven ontwikkelen om te pieken op het juiste moment.’
Jan van Halst 

Kapot na 30 minuten voetballen
Als ik op zaterdag of zondag op het voetbalveld stond om een wedstrijd te spelen met FC Twente was ik na een half uur spelen al helemaal kapot. Bij 29 minuten dacht ik ‘pff ik hoop dat het snel rust is’. Maar de rust duurt ook maar een kwartier en daarna moest ik nog een hele helft voetballen! Het niveau van wedstrijden was helemaal niet hoger dan het niveau van trainingen. Fysiek was ik fit en ik hield van hard werken. Toch werd wedstrijden spelen voor mij een lijdensweg en vond ik het helemaal niet meer leuk. Ik kwam op de bank terecht en wist dat er iets anders aan de hand moest zijn. Iets wat niet alleen met mijn fysieke fitheid te maken had.

Ik kwam erachter dat ik voetbalwedstrijden veel te groot maakte in mijn hoofd. Ik moést van mezelf goed spelen en werd van alles nerveus en opgefokt: de voetbalanalisten die over mij schreven, de stewards die bij het veld stonden, de spelersbus die niet op dezelfde plek stond als bij de vorige gewonnen wedstrijd, de nog niet gewassen ‘lucky’ boxershort, mijn eigen negatieve gedachten over de reacties van de pers als ik niet goed zou spelen en ik wilde ook nog eens indruk maken op mijn vrouw. Fysiek was ik een machine, maar mijn hoofd blokkeerde volledig. Ik kon niet mijn voetbalvaardigheden van trainingen laten zien tijdens wedstrijden. Voor mij was het duidelijk: ik wilde wel, maar kon niet voldoen aan de druk van mezelf en de buitenwereld. Dat voelt echt als lijden.

Faalangst is voor mij het willen, maar niet kunnen voldoen aan de druk van jezelf en de buitenwereld. Het voelt echt als lijden.

FC Twente versus Bayern München
Op woensdag 15 september 1993 speelde ik mijn eerste grote wedstrijd in de Europa Cup. Ik was flink geblesseerd geweest en had lang gerevalideerd om weer volledig belastbaar op het veld te staan. Ik deed er alles aan om opgesteld te worden als basisspeler en wilde dan ook bevestiging van mijn trainer dat dit ging gebeuren. Ik moest deze wedstrijd spelen en winnen moest al helemaal gebeuren. Achteraf super onrealistisch natuurlijk, want Bayern München was wel van een veel groter formaat dan FC Twente.

Daar stond ik dan – als 24-jarige profvoetballer, met veel pijnstillers in mijn lichaam – oog in oog tegenover mijn grote idolen van Bayern München. De wedstrijd verloopt totaal anders dan dat ik van tevoren had bedacht. Mijn stoppen slaan volledig door en ik verlies de controle over mezelf als ik zie dat mijn teamgenoot een bloedneus wordt geslagen. Ik schreeuwde opgefokt over het veld: ‘wie deed dat?’.  Vijf minuten later, toen de bal ergens op het middenveld rolde, sla ik de schuldige nummer 6 in één keer neer. Voor de ogen van de scheidsrechter notabene! Ik krijg natuurlijk onmiddellijk een rode kaart. Dit was, naast het feit dat ik tijdens een wedstrijd na een half uur al niet meer kon lopen, een belangrijk signaal voor mezelf dat er iets moest gaan veranderen.

Vijf minuten later sla ik de schuldige nummer 6 in één keer neer. Voor de ogen van de scheidsrechter notabene!

De 16 jarige jongen van het schoolplein
Dat opgefokte gedrag maakte mij geen betere voetballer en ik verlangde naar de 16-jarige jongen in mij. De jongen die hele middagen op het schoolplein, met zo veel plezier, kon voetballen en geen verzuurde benen kreeg. Ik besloot om aan mijn eigen mentale knoppen te gaan draaien en kwam in aanraking met Neuro-Linguistisch Programmeren (NLP). Door middel van verschillende mentale vaardigheden wilde ik het blije en relaxte gevoel van de donderdagochtendtraining meenemen naar de wedstrijd op zondag. De trainingen op deze ochtend waren namelijk de leukste training van de week. We speelden de hele ochtend fanatiek partijtje en ik was op dat moment echt onuitputbaar. De wedstrijden moesten gaan aanvoelen als het donderdagochtend partijtje: gewoon lekker vrij en ontspannen spelen en toevallig staan er wat stewards langs het veld en zitten er 10 duizend man op de tribune.  

Ik ging op zoek naar dat donderdagochtend gevoel.

Om het donderdagochtend gevoel op zondag te ervaren moest ik eerst veel gedragingen afleren die ik mezelf had aangeleerd. Een voorbeeld is mijn gedrag in de spelerstunnel. Ik stond altijd opgefokt kinderachtige teksten te schreeuwen als ‘kom op, we pakken ze!’. Dat gedrag heb ik mezelf afgeleerd. Het was toch nergens goed voor. En vanaf dat moment stond ik juist heel ontspannen met mijn tegenstander te kletsen en dacht: ‘Hé wat leuk, zij gaan allemaal mee doen met het partijtje’.

Van opgefokt mannetje naar ontspannen professionele voetballer door visualiseren
Oude gedragingen afleren en nieuwe gedragingen aanleren lukt natuurlijk niet allemaal in één keer. Ik heb verschillende mentale vaardigheden gebruikt om van opgefokt mannetje een ontspannen professionele voetballer te worden. Zo ging ik voor de wedstrijd het donderdagochtend gevoel visualiseren. Ik maakte een mentaal beeld van de ideale situatie. Een soort film dat ik in mijn hoofd afspeelde waardoor ik mij relaxter en beter voelde voorbereid. Het was soms best lastig om te visualiseren in het stadion. Er lopen altijd overal mensen en je hebt vaak weinig ruimte voor jezelf, maar die probeerde ik te creëren door ergens op de grond te gaan liggen. Eigenlijk een beetje gek, maar ik ben het gewoon gaan doen. Anders was het misschien wel het laatste jaar van mijn voetbalcarrière en door het visualiseren werd ik een betere speler. Dat is wat telde voor mij, een betere profvoetballer worden.  

Het ging alleen nog maar om de witte lijntjes en daar speelde ik een donderdagochtend partijtje.

Vanaf dat moment ging ik iedere zondag gewoon lekker een partijtje voetballen. Als er gescoord werd tijdens de wedstrijd reageerde ik ook minder uitbundig dan daarvoor, want op donderdagochtend was het ook gewoon van: ‘lekker gedaan, hup en weer door’. Ik wist het zo ver door te voeren dat ik mijn eigen gemoedstoestand wilde managen. Ook wel een beetje eng, maar het zorgde ervoor dat het mij niet meer uitmaakte of ik in een bomvolle Kuip werd uitgescholden door het publiek, op het trainingsveld in Enschede stond of voetbalde in de grootste stadions van Nederland. Het ging alleen nog maar om de witte lijntjes en daar speelde ik een donderdagochtend partijtje. Het fanatisme is nooit verdwenen en ik wilde nog steeds iedere pot winnen, maar het voelde allemaal zo veel relaxter, minder druk, geen verzuurde benen meer en ik had weer plezier in het voetballen. Het maakte mij geen bal meer uit waar de spelersbus stond, welke boxer ik aan had en wat de pers over mij schreef. Ik was een rustigere versie van mezelf geworden, bij wie het om voetbal ging en niet om alle randzaken daaromheen.

Transfer naar Ajax
Ik genoot weer iedere dag van het voetballen en maakte op 30-jarige leeftijd zelfs nog een transfer naar Ajax, de grootste voetbalclub van Nederland. Door de verschillende mentale vaardigheden die ik mezelf had aangeleerd was ik als mens en voetballer in balans. Maar Ajax is wel weer even een andere wereld. De verandering van omgeving bracht opnieuw druk met zich mee. Mijn vrouw en twee kleine kinderen moesten mee en daar voelde ik mij onwijs verantwoordelijk voor. Daarbij kwamen de torenhoge verwachtingen van Ajax. Dat doet ook echt wat met je.

Ik genoot weer iedere dag van het voetballen en maakte op 30-jarige leeftijd zelfs nog een transfer naar Ajax.

Het eerste half jaar had ik het erg moeilijk. Ik voldeed bij Ajax niet aan mijn eigen verwachtingen en daarom, naar mijn mening, ook niet aan de verwachtingen van de club. Ik wilde het niveau van mijn prestatie bij FC Twente opnieuw laten zien, maar het lukte mij niet. Uiteraard lag het tempo bij Ajax veel hoger, maar ik had ook moeite met de verhoogde druk. De eerste helft van het seizoen was ik mentaal niet volledig in balans. Ik kon minder goed omgaan met de druk en de veranderingen. De tweede helft van het seizoen werd ik dankzij de mentale vaardigheden weer vrijer in mijn hoofd. Ik visualiseerde weer voor iedere wedstrijd en stond met de tegenstander in de spelerstunnel te kletsen. Maar het was eigenlijk al te laat: ik kwam op de bank terecht en moest zelfs naar kleedkamer 2. Ik had het ‘geluk’ dat Ronald Koeman mij terugbracht naar het eerste elftal. Ik heb daar een halfjaar top gevoetbald, maar ik was inmiddels 33 jaar.  Aan het einde van het seizoen, toen we opnieuw kampioen waren geworden, zei hij: ‘Jan, volgend jaar ga jij niet meer spelen, de nieuwe generatie komt eraan’ en zo eindige mijn voetbalcarrière.

Het was uitdagend, maar ontzettend leerzaam. Het heeft mij als mens veel gebracht.

Mijn ontwikkeling
Ondanks dat ik niet helemaal heb kunnen voldoen aan mijn eigen verwachtingen bij Ajax heb ik absoluut geen spijt van de transfer. Het is onwijs uitdagend en leerzaam geweest, als mens heeft het mij veel bijgebracht: Wij zijn als gezin van het veilige Twente verhuisd naar de drukke hoofdstad, waar iedereen veel directer, harder en bijdehand is; ik heb een kijkje mogen nemen in de keuken van de grootste voetbalclub van Nederland en heb geleerd dat je je als topsporter constant moet willen ontwikkelen om het beste uit jezelf te halen.

Ik geloof in het trainen van mentale vaardigheden. Om op die manier zo stabiel mogelijk in je hoofd te kunnen blijven bij zowel tegenslagen als grote euforie. We zijn als Nederland al heel ver in de fysieke ontwikkeling, maar ik geloof dat er veel ruimte en potentie is om het brein te trainen. Het lichaam wordt nu eenmaal aangestuurd door onze hersenen. Kortom, voetballend Nederland, als je merkt dat het voetballen niet goed gaat of nóg beter kan, ga met een sportpsycholoog aan je eigen mentale knoppen draaien om jezelf te blijven ontwikkelen als mens en (top)sporter!

Wil je meer weten over doelen stellen?

Inschrijven

nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van de nieuwste blogs van YAAP en schrijf je in voor de nieuwsbrief