Geschreven door Tim Koning en Thijs Wagenaar

hoe train ik mijn groeimindset?

Lieke is een jonge volleybalspeelster. Zij speelt al van jongs af aan op het hoogste niveau bij haar eigen club en is van grote waarde voor haar team. Ze staat bekend als een groot talent. Als ze op de club aanwezig is wordt ze vaak aangesproken door andere ouders of trainers over dat ze weer een topwedstrijd heeft gespeeld. Grote kans dat ze ook dit jaar haar team weer aan het kampioenschap gaat helpen. Dit is ook opgevallen bij de volleybalbond. Lieke is uitgenodigd om mee te trainen met het Jeugd Oranje, voor spelers van <17 jaar. Na de eerste training komt Lieke beteuterd en teleurgesteld thuis. Na wat doorvragen van haar moeder komt het hoge woord eruit: “Het was een rottraining.” Maar ze mocht bij het Jeugd Oranje meedoen, dat is toch mooi?

Waar bij haar club het team rond haar wordt gebouwd zodat zij kan doen waar ze goed in is als diagonaalspeelster, zijn er bij Oranje nog drie speelsters die op haar plek spelen, die ook nog veel hoger springen en harder slaan. De trainer zette haar ook nog eens op een andere positie neer waar hij denkt dat ze beter uit de verf komt. “Dat kan ik helemaal niet.”, zegt Lieke. En dan kreeg ze ook nog eens te horen dat ze sommige dingen wat anders moest doen dan ze altijd deed. De volgende training bij Jeugd Oranje zegt ze af. Er komen toetsen aan en ze moet nog veel huiswerk maken. De volgende training slaat ze ook over, want ze voelt zich toch niet zo lekker.

Misschien heb je bij jezelf al wel gemerkt dat er veel gedachten door je hoofd gingen toen je het verhaal van Lieke las. “Ze moet juist naar die trainingen gaan om haar talent te ontwikkelen”, “Als je zo makkelijk opgeeft ben je geen topsporter” of “Ze moet die feedback gaan gebruiken om beter te worden”. De gedachten die jij erop na houdt zeggen al het één en ander over jouw eigen mindset. Je mindset is een dieperliggende overtuiging over wat talent inhoudt, die onder andere bepaalt hoe je naar succes kijkt of hoe je omgaat met tegenslag. Maar hierover kun je meer lezen in de vorige blog. Hier gaan gaan we een volgende stap zetten en beantwoorden we de volgende vragen:

(1) hoe herken ik mijn eigen mindset en
(2) hoe train ik mijn groeimindset?

Aan de hand van twee verhalen krijg je twee tips die je direct kunt inzetten om met jouw eigen mindset aan de slag te gaan. 

YAAP over mindset

Het talent in een nieuwe situatie?

Kijk nog eens terug naar het verhaal van Lieke. Ze heeft behoorlijk veel moeite met het feit dat ze ineens niet meer de beste is van de ploeg. Als je van een team waar je de beste speelster was naar een team gaat waar veel goede spelers spelen, dan wordt er iets anders van je verlangt. Ze krijgt minder de bal en de ogen zijn minder op haar gericht. Je kunt je voorstellen dat dit iets kan doen met je zelfvertrouwen en je geloof in eigen kunnen. Dit is een bekend gevolg van een statische mindset. “Ik ben het talent, dat moet ik ook nu weer bewijzen.” Het gevaar hiervan is dat ze doelen stelt die afhangen van de prestaties van anderen en dat heb je bijna nooit zelf in de hand. Doelen die gaan over prestaties die je wil leveren ten opzichte van anderen noemen we ook wel resultaatdoelen. Dat werkt als het goed gaat, maar je hebt al gauw een probleem als je verliest, waardoor je er dagen in kan blijven hangen.

Daarnaast zien we ook dat Lieke de uitdaging om haar plek in het team te verdienen en te leren van de nieuwe ervaring een beetje uit de weg gaat. En dat is te begrijpen. Lieke werd gewaardeerd door haar prestaties, daarvoor werd ze wekelijks overspoeld met complimenten. In haar nieuwe team staan er nog vijf anderen met minstens evenveel kwaliteit als zij, en zitten er speelsters op de bank die azen op dezelfde positie. Het aangaan van de uitdaging brengt een enorm risico met zich mee voor iemand met een statische mindset: Het kan zo zijn dat je (nog) niet goed genoeg bent. En als je talent volgens jou vastligt, is dat een bittere pil. Het gevolg kan zijn dat je situaties die je hierin bevestigen gaat vermijden. De gevoelens die het oproept en de afwijzing die je van binnen voelt wil je niet meer voelen. Dan is de meest voor de hand liggende situatie dat je het uit de weg gaat.

Die vermijding van een uitdaging kan in hele kleine dingen zitten. Bijvoorbeeld het zoeken van een excuus om niet naar de training te hoeven gaan, zoals het huiswerk wat er op stapel ligt (waar je eerder nooit huiswerk boven een training zou verkiezen). Maar ook in een vorm van gedrag die self-handicapping heet. Dat betekent dat je jezelf letterlijk een beetje dwarszit, zodat je de verwachtingen die jij zelf en anderen van je hebben lager worden. Dat neemt de druk weg, en maakt het gevoel van falen minder. Want je had immers een hele goede reden om niet zo goed te presteren. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld expres laat naar bed gaan vlak voor een belangrijke wedstrijd, het overdrijven van een blessure of bewust minder je best doen op de training. Doordat je jezelf het gevoel geeft dat je niet 100% hebt gegeven heb je altijd een uitweg en dat beschermt o.a. je status.

Om Lieke haar groeimindset te trainen en meer geloof te krijgen in haar vermogen om zichzelf als volleybalspeelster verder te ontwikkelen bespreken we twee tips die zij, en jij, direct kunnen toepassen.

Wil jij eest meer weten wat voor mindset jij hebt? Vul dan de test hieronder in. 

Tip 1: stel verbeter- en procesdoelen

Zoals je hebt kunnen lezen is Lieke veel bezig met hoe ze het doet ten opzichte van anderen; met het bewijzen van het talent dat haar jaar in jaar uit is toegedicht. Om meer vanuit de groeimindset te leren handelen kan het haar helpen om te oefenen met het stellen van doelen, waarbij ze zich minder richt op anderen, en meer op haar eigen ontwikkeling. Er zijn twee soorten doelen die je daarvoor kunt gebruiken: Verbeterdoelen en procesdoelen.

Wat is een verbeterdoel?

Een verbeterdoel is een doel waarin je jezelf vergelijkt met jezelf, in plaats van met anderen. Een voorbeeld hiervan is dat een hardloper zich niet enkel als doel stelt de race te winnen, maar om zijn persoonlijk record (PR) te verbreken. Of een volleybalspeelster die haar smash graag wilt verbeteren.

Een belangrijk aspect van een goed gesteld verbeterdoel is dat je het kunt meten. Dit helpt je om te bepalen hoe ver je bent in het behalen van je doel. Dat kan dus een specifieke tijd zijn die je wilt lopen waardoor je in ieder geval sneller bent dan je ooit gelopen hebt. Voor het verbeteren van een smash kun je kijken naar de spronghoogte die je kunt meten, de kracht in je armen of je focussen op het gevoel, het gevoel dat je voelt dat je smash zich ontwikkelt.

Wanneer je het meetbaar maakt, kun je ook concreet maken wat je doel is en wanneer je het hebt gehaald. Dit motiveert en zorgt ervoor dat je voldoening haalt uit je eigen ontwikkeling. En dat je niet afhankelijk bent van wat anderen doen. En daarmee heb je meer regie over je eigen prestaties en kan je, ook na verlies, tevreden zijn over de prestaties die je hebt geleverd. 

Wat is een procesdoel?

Waar je met verbeterdoelen bepaalt wat je wilt behalen, kun je met procesdoelen specifieker maken hoe je jouw verbeterdoel wilt gaan behalen. Procesdoelen bepalen welke weg je wilt gaan bewandelen om dat PR of die smash te verbeteren. Bijvoorbeeld: “Drie keer per week krachttraining om mijn arm- en sprongkracht te verbeteren”. En dat kan je nog specifieker maken door ook aan te geven welke oefeningen je dan gaat doen en welke ontwikkeling je daarin wil doormaken. Dat begint vaak met een nulmeting zodat je jouw ontwikkeling inzichtelijk kan maken, daarover later meer.

Een praktische opdracht

Om een begin te maken met het stellen van verbeter- en procesdoelen is een eerste stap om je bewust te worden van de doelen die jij normaal stelt. Zijn dat resultaat-, verbeter-, of procesdoelen? Schrijf alle doelen die jij voor jezelf stelt eens op en probeer ze onder te verdelen in deze drie categorieën. Een volgende stap kan zijn om een prestatiedoel voor jezelf te stellen in combinatie met een aantal procesdoelen hoe je dat wilt bereiken.

Een belangrijke boodschap die hierbij gegeven moet worden is dat, net als bij elke andere vaardigheid, ontwikkeling tijd kost. Als je wilt leren hoe je jouw tanden kan poetsen met je andere hand, gaat dat in het begin voor geen meter en zul je denken ‘Dit is zinloos’. Maar oefening baart kunst en kost tijd. Dat geldt ook voor de vaardigheid van doelen stellen.

Tip 2: maak ontwikkeling zichtbaar

Een tweede tip waarvan bekend is dat het kan helpen om meer vertrouwen te krijgen in je vermogen om je te blijven ontwikkelen als sporter ligt in het verlengde van de vorige tip: Het zichtbaar maken van ontwikkeling. Om dit te illustreren nemen we je graag mee in een casus vanuit onze eigen praktijk en een tool waarmee we dit doen. In dit geval uit een traject van YAAP sportpsycholoog Tim Koning met Mark (dit is een fictieve naam).

Mark speelt basketbal en merkt dat hij moeite heeft om met fouten om te gaan. Hij ziet het als een bevestiging dat hij het niet kan en kiest er vervolgens voor om de volgende kansen om te schieten juist afgeeft aan een medespeler, kortom hij kiest voor de veilige optie. Op deze manier komt hij zelf niet in de situatie dat hij nogmaals een fout maakt maar beperkt hij zichzelf in zijn eigen ontwikkeling op de (midden)lange termijn. Op de lange termijn kan het er zelfs voor zorgen dat hij niet meer wordt geselecteerd en zijn plafond sneller bereikt dan mogelijk was geweest.

In de eerste gesprekken met Mark kwam Tim erachter dat hij zijn label ‘talent’ probeert te beschermen, het heeft hem altijd veel gegeven maar nu hij in een fase zit waar niks lijkt te lukken probeert hij zich wanhopig vast te houden aan zijn talentvolle status en de prestaties die hij toen leverde. Dan maar op veilig spelen zodat hij niet het gevoel heeft dat hij afgaat. Hij gaat uitdagingen liever niet meer aan, doelen stelt ie vooral ten opzichte van anderen en in zijn gedrag en gedachten merkt hij steeds vaker dat het negatiever wordt, bijna tot het gevoel dat hij wil opgeven.

FIFA-kaartjes

In een aantal sessies is Tim met Mark aan de slag gegaan met een aantal overtuigingen, waaronder de overtuigingen: ik ben niet goed genoeg én mijn talent is aangeboren en staat vast. Een oefening die hij vaker laat terugkomen is de oefening met een FIFA-kaartje, van de gelijknamige videogame. Op zo’n kaartje staan een aantal vaardigheden van een speler met een score erbij.

Het doel van deze oefening is dat Mark leert reflecteren op zijn vaardigheden die ervoor nodig zijn om tot prestaties te komen, wat hij ervoor heeft moeten doen om deze vaardigheden te ontwikkelen, dat hij regie kan houden over zijn eigen ontwikkeling en hoe hij naar zichzelf kijkt (eigenwaarde). De vaardigheden kunnen gaan over het fysieke, technische, tactische of mentale vaardigheden. Daarin laat Tim Mark vrij, omdat het direct een beeld geeft hoe hij zichzelf ziet en beoordeeld.

Deze FIFA-kaarten vormen een belangrijke verandering in zienswijze. Het stimuleert Mark om zijn prestaties minder te vergelijken met die van anderen en meer te vergelijken met hemzelf. Zo maken ook zichtbaar wat hij er allemaal voor doet om zichzelf te blijven verbeteren, wat werkt goed en fijn, welke oefeningen geven hem het gevoel dat ik hij zich ontwikkelt en hoe kan hij de volgende stap, zo concreet mogelijk, maken die nodig is om de scores op zijn eigen FIFA-kaartje te verbeteren? Het levert ook meer plezier en zelfvertrouwen op en het gevoel dat je zelf achter het stuur zit. En, last but not least, heeft het Mark geholpen om meer op te schuiven richting een groeimindset, waarin het geloof in zijn eigen ontwikkeling groter is geworden.

Mark heeft nog steeds negatieve gedachten die hem soms in de weg zitten, maar hij laat zich niet meer weerhouden door die gedachten. Het zijn gedachten en die bepalen niet altijd meer mijn acties. In de afgelopen wedstrijd dat Tim bij Mark ging kijken zag hij hem herhaaldelijk schoten missen, maar waar ze het vaak over hebben gehad: Fouten maken doen we allemaal, het gaat erom hoe je ermee omgaat. En Mark deelde met trots dat hij vaker schoten heeft genomen ondanks dat hij daarvoor al had gemist en dat hij het gevoel begint te krijgen dat fouten hem ook feedback geven over hoe hij het volgende schot beter kan doen. En dat is een prachtige groeimindset uitspraak. 

Hoe gebruik ik een FIFA-kaartje?

Je kunt deze oefening als sporter of als trainer inzetten. Ter voorbereiding bepaal je als trainer en/of sporter, afzonderlijk van elkaar, welke vaardigheden je graag op het kaartje wilt laten terugkomen om er aandacht aan te besteden. Vervolgens ‘scoort’ de sporter zichzelf én je laat hem of haar een doel stellen voor de verschillende vaardigheden voor de toekomst. Als trainer kan je hetzelfde doen voor de speler. Zo zul je op basis hiervan al verschillen van inzicht krijgen met als resultaat: een interessant gesprek. Als je dit als sporter voor jezelf doet kan het interessant zijn om de mening van een ploeggenoot of trainer te vragen .

We zetten wat vragen op een rij die je aan jezelf of je sporter kunt stellen:

  • Wat zijn jouw grootste kwaliteiten? Wat heb je al gedaan om daar goed in te worden?
  • Welke vaardigheden zijn er nodig om op jouw positie goed te kunnen presteren?
  • Op welke vaardigheden wil je je de komende periode verbeteren? Met welke score ben je dan tevreden?
  • Hoe ga je ervoor zorgen dat je die stap kunt maken? Wat ga je daar per vaardigheid precies voor doen?
  • Ik zie dat wij daar beide een andere score hebben gegeven. Wat maakt dat jij jezelf daar hoger/lager scoort dan ik dat heb gedaan?
  • Hoe komt het dat deze vaardigheid in de wedstrijd niet altijd uit de verf komt?

Bij een volgend evaluatiemoment kun je het FIFA-kaartje weer tevoorschijn halen en evalueren of het is gelukt om de doelen te behalen, waarom dat wel of niet gelukt is en wat je daarvan kunt leren voor de toekomst. 

Kortom, hoe train ik mijn groeimindset?

In deze blog heb je een glimp opgevangen van hoe je verbeter- en procesdoelen kunt stellen om meer focus te besteden aan je eigen ontwikkelingsproces en hoe het inzichtelijk maken van dat proces kan helpen om meer geloof je eigen groeimogelijkheden te krijgen.

In de volgende en laatste blog van deze serie geven we nog drie concrete tips en oefeningen waar je zelf mee aan de slag kunt om te werken aan je groeimindset. Veel plezier met oefenen en stay tuned!

Tot in onze volgend blog! Kun je niet wachten? Luister dan hier onze podcast met Bart Heuvingh, Topsportbegeleider bij voetbalclub AZ.

Voor verdieping en/of meer informatie:

Talent van Morgen (2017) B. Heuvingh & M. van der Heide.
De Talentformule (2021) T. Koning & M. van Schagen.

Inschrijven

nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van de nieuwste blogs van YAAP en schrijf je in voor de nieuwsbrief